Door naar de hoofd inhoud

Brand in dichte binnenstad

Dinsdagochtend 16 augustus werden veel Deventenaren rond 4 uur gewekt door sirenes. Een grote uitslaande brand op de Brink zorgde ervoor dat maar liefst 15 voertuigen, waarvan vijf tankautospuiten, twee redvoertuigen en ander ondersteunend materieel, zijn ingezet. Waarbij nog eens een tweede peloton paraat stond in Deventer.

Ongeveer 130 mensen waaronder hulpverleners en ondersteunend personeel waren in de nacht hard aan het werk. Jan Wittenberg, Yorick van der Wit en Jeroen Altorf vertellen over hun bijdrage bij de bestrijding van deze brand in het historisch centrum van Deventer.

Om 04:12 uur werd de ploeg van Deventer gealarmeerd voor een brand in het centrum van Deventer. Het ging om het voormalige winkelpand van Foto Hekkert. Al snel werd er opgeschaald naar zeer grote brand en werd Jeroen Altorf, officier van dienst (OvD) gealarmeerd. Jeroen: “Ik wist dat het een grote klus ging worden dus onderweg naar het incident heb ik direct een tweede hoogwerker aangevraagd.”
Een besluit dat Jeroen vanuit zijn ervaring maakte. “Zeker in een dichte binnenstad, waar je moeilijk bij het pand kunt komen, is het belangrijk dat er van twee kanten geblust kan worden.”

Een race tegen de klok in een doolhof

Maar de bereikbaarheid was niet de enige uitdaging. Ook de watertoevoer was een aandachtspunt, daarom was de WTS (watertransport) al voor de komst van Jeroen gealarmeerd. Tijdens de inzet werd er ook bluswater uit de IJssel gehaald. Daarnaast vormde ook het type pand een probleem. Kenmerkend voor het historisch centrum van Deventer zijn de prachtige oude panden; ze zijn erg diep, staan dicht op elkaar en zijn met houten balklagen aan elkaar verbonden. Hierdoor ontwikkelt een brand snel en is er een grotere kans dat de brand overslaat kon de naastgelegen percelen. “Bij oude panden weet je niet wat je aantreft. De indeling is niet zo logisch als bij nieuwbouwhuizen. Het is een race tegen de klok in een doolhof.” Toen Jeroen aankwam werd de binnenaanval net afgebroken. Het werd te onveilig om de brand in het pand zelf te blussen. Daarom werd er ingezet op de naastliggende percelen zodat de brand zich niet verder kon ontwikkelen. “Tijdens de verkenning kwamen we erachter dat het een L-vormig pand was met een zij-ingang. Hierdoor konden we toch ook deels vanuit het pand de brand tegenhouden.”

Geen vals alarm

Om 04:43 uur werd er opgeschaald naar GRIP 1 en werd het CoPI (Commando Plaats Incident) gealarmeerd. Zo ook de informatiemanager (IM) Yorick van der Wit, die zijn eerste dienst ooit had. “Ik dacht eerst dat de alarmering een grap was van mijn collega’s, maar al snel realiseerde ik me dat het geen vals alarm was. Terwijl ik in de auto stapte om naar het incident te rijden, vulden mijn IM-achtervang en de CaCo (calamiteitencoördinator) het incidentbeeld aan met alle beschikbare informatie. Hierdoor kon ik bij aankomst direct van start bij het eerste CoPI-overleg om ervoor te zorgen dat iedereen in dezelfde film zat. Het ging om een gasbrand, die oversloeg naar de naastgelegen kaaswinkel. Er was sprake van veel rookontwikkeling en er waren twee gewonden naar het ziekenhuis gebracht. Daarnaast was de weg op meerdere plaatsen afgezet omdat er water uit de IJssel werd gehaald voor het blussen van de brand.”

Ramen en deuren sluiten

Ook communicatieadviseur CoPI Jan Wittenberg, had zijn handen vol. “Doordat het nacht was, was de berichtgeving over het incident op social media summier. Er kwam veel rook vrij. Zeker in een dicht bewoonde binnenstad, zoals Deventer is het belangrijk dat mensen hun ramen en deuren sluiten en hun ventilatie uitdoen indien mogelijk. Daarom heb ik zo snel mogelijk via Twitter hierover een bericht geplaatst. De volgende taak was om contact te leggen met communicatie van de gemeente en hen te informeren over het incident. Inmiddels kreeg het incident veel aandacht vanuit de media, zowel landelijk, regionaal als lokaal.”

Trots op collega’s

Om 06:49 uur gaf Jeroen het sein brand meester. “De brand was onder controle en dat voelde toen echt als een last van mijn schouders. De brand was eerder dusdanig ontwikkeld dat het via de naastliggende daken al aan het uitbreiden was. Door onze inzet hebben we kunnen voorkomen dat
hele panden zouden afbranden. Het is heel erg voor de bewoners die gewond zijn geraakt tijdens de brand en voor de mensen die schade hebben aan hun huis of winkel. Maar vanuit het oogpunt van brandbestrijding ben ik trots op alle collega’s. Zeker in het begin kan zo’n incident hectisch en chaotisch zijn. Er is veel adrenaline en stress, maar dankzij goed getrainde en ervaren vakmensen doet iedereen wat die moet doen.”

Waarvoor ik het doe

Yorick besluit: “Terugkijkend op het incident, kan ik me goed herinneren hoe spannend mijn eerste inzet was; Ik stond stijf van de adrenaline. Ik had nog geen 12 uur dienst en het was meteen raak. Tijdens een incident, zeker met deze omvang en complexiteit, gebeurt er ontzettend veel in een korte tijd op allerlei fronten. En hoewel ik hier dagelijks mee bezig ben in mijn werk vanuit de koude fase, is het toch heel gaaf om er ook in de warme fase op deze manier bij betrokken te zijn. Dit is waarvoor ik het doe.”