Door naar de hoofd inhoud

Het is niet zinnig om in een wereldwijde pandemie voorop te willen lopen als land

Rachel ter Horst is arts in het team infectieziektenbestrijding (IZB) van GGD IJsselland. Met haar collega’s probeert ze coronagevallen op te sporen en met behulp van advies en bron- en contactonderzoek uitbraken in te dammen.

Dat werk gaat door, want corona gaat niet weg. ‘Straks komt er een gevaarlijkere congovariant en dan krijgt Afrika ook nog de schuld.’ Rachel ter Horst is opgeleid als tropenarts en werkte jarenlang bij Artsen Zonder Grenzen, onder meer in Cambodja, Soedan en Ethiopië. Ze was betrokken bij de bestrijding van onder meer HIV/AIDS, malaria, tuberculose, cholera en SARS. Rachel: ‘Infectieziekten zijn acuut en preventie en behandeling is vaak mogelijk.
Bovendien is er veel ruimte voor verbetering, de onderste steen is nog niet boven in dit vak. Maar het belang- rijkste van allemaal: je kunt iets betekenen, daarom doe ik dit werk.’

Acuut en per direct

De laatste jaren werkte Rachel vanuit de GGD als arts jeugdgezondheidszorg bij verschillende asiel- zoekerscentra. Toen covid de oversteek maakte naar Europa deed de GGD intern een oproep: wie wil helpen bij de bestrijding van het coronavirus? Rachel: ‘Ik bood me gelijk aan. We hadden te maken met een nieuw virus, dus iedereen was vatbaar. Dat had ik niet eerder meegemaakt. SARS bleef destijds grotendeels beperkt tot Azië en ook de Mexicaanse griep bereikte uitsluitend bepaalde landen en bleek mild. Ik dacht: als corona groot en ernstig wordt, wil ik iets doen.’
Rachel zat goed en wel in het coronateam van GGD IJsselland toen ze een oproep kreeg van haar oude werkgever Artsen Zonder Grenzen. ‘Of ik wilde helpen. Acuut en per direct. In Nederland, in Brabantse ziekenhuizen om precies te zijn: triageren en coördineren. Daarna mailde ook de Vereniging van Tropenartsen, waar ik lid van ben. Het maakte indruk. Ik heb beide afgezegd, maar het bewees de ernst van de situatie.’

Pionieren

‘Ik help een tijdje flink en dan neem ik in het najaar lekker vakantie op. Dat is wat ik dacht. Hoe naïef. Eerst sprak men over weken, toen over maanden, en nu is corona chronisch. Het gaat niet meer weg.’
‘Die onzekerheid is tekenend voor virusinfecties als deze. Met een team helpers zijn we in het begin bij IZB aan tafel gaan zitten met de telefoon in de hand: positief getesten bellen en huisartsen en zorginstellingen met vragen adviseren. We zaten dicht op elkaar, dat mocht toen nog. Het was een vorm van pionieren.’
‘We kregen onze informatie van het RIVM, bijvoorbeeld in de vorm van casusdefinities waarin staat beschreven wanneer er sprake is van een verdacht geval. Aan het begin moest je in China zijn geweest, hoesten én koorts hebben. Er was niemand die daaraan voldeed. Daarna werd Italië toegevoegd, maar alleen bepaalde regio’s. Er gold een strenge triage, ook vanwege de schaarste aan testcapaciteit.’
‘Iemand met klachten die op wintersport was geweest in Oostenrijk, op de grens met Italië? Viel niet binnen de casusdefinitie. Terwijl je aan je water kon voelen dat het verdacht was. Maar zo werkt het nou eenmaal in een infectieziektecrisis in Nederland. Het RIVM en ministerie stuurt, de GGD voert uit. Je behandelt de maatschappij en niet alleen de individuele patiënt. Dat neemt niet weg dat het af en toe wrong. Een hoestende, zieke zorgmedewerker zonder koorts terugsturen naar een verpleeghuis, daarvan dacht je al: dat kan niet goed zijn. Maar we moesten het toen wel adviseren. De taak van IZB bij corona: gevallen opsporen, die isoleren en met behulp van bron- en contactonderzoek uitbraken proberen in te dammen. Dat zijn standaardprocedures die ik ken van bijvoorbeeld tuberculosebestrijding en een cholera-uitbraak waarbij ik betrokken was.’
‘Kenmerkend voor het coronavirus is de schaal. Iedereen is vatbaar, waardoor ons team het al snel niet meer aankon. Hulptroepen waren nodig: er kwamen grote afdelingen testen en bron- en contactonderzoek, met eigen coördinatoren. In mijn rol als arts probeerde ik het overzicht te houden over uitbraken en prioriteiten te stellen. Omdat veel onduidelijk was, kwam het aan op improviseren en creatief denken. Dat trekt mij wel. Het was fijn te merken dat mijn reflex om bij te dragen leidde tot energie.’

Steeds een nieuwe crisis

Gevraagd naar het moment waarop haar team grip kreeg op de verspreiding van het virus zegt Rachel stellig: ‘Dat is er nog steeds niet. We dachten: als we een goede vaccinatiegraad bereiken krijgen we grip, maar het virus muteerde. Met die alfa-variant waren we er bijna. Helaas is de delta-variant een stuk besmettelijker. Dat was wel echt… Dat was heel teleurstellend.’ Dat gevaccineerden het virus nog steeds kunnen overdragen noemt ze een domper. ‘Het virus blijkt niet uit te roeien. Die scenario’s liggen er allemaal, maar het is toch moeilijk voor te stellen. Als iemand mij anderhalf jaar geleden had verteld dat ik in oktober 2021 nog met het coronavirus bezig was geweest… Het is misschien maar goed dat we niet wisten waar we aan begonnen.’ Of die tegenvallers demotiverend werken? Rachel: ‘Het is de realiteit. Een terugval, bijvoorbeeld in het geval van een nieuwe variant, betekent eigenlijk een nieuwe crisis. Vorig jaar net na de zomer begon onverwachts vroeg al een piek. In de winter opnieuw en nu laait het weer op. Het virus laat niet met zich sollen. Dus ja, demotiverend…’ Ze haalt haar schouders op. ‘Het is een uitdaging.’

‘Congovariant’

Dan naar de toekomst. Rachel is geneigd over de grens te kijken, met name naar de armere landen. ‘We doen in Nederland ons best om zoveel mogelijk mensen te bereiken met onze vaccinatiecampagne. Ik heb gemengde gevoelens bij een derde of zelfs een vierde prik. De rijken zijn opnieuw voorgegaan. Vaccinatiecampagnes zijn in armere landen nog nauwelijks van de grond gekomen. Dan denk ik: het is een pandemie, het virus muteert. In Afrika krijgt het virus nu alle ruimte en daar is ook veel HIV/AIDS. Dan is er straks een gevaarlijkere congovariant en dan krijgen zij ook nog de schuld.’
‘Ik heb overwogen om voor COVAX (wereld- wijd initiatief van de World Health Organisation, red.) te gaan werken toen we in Nederland een redelijk vaccinatiepercentage hadden bereikt. We krijgen het virus alleen onder controle als we de hele wereld beschermen. De World Health Organisation en Verenigde Naties zeggen de juiste dingen, maar in de praktijk werkt het anders. Het huidige systeem en de crisis bevorderen blijkbaar onze egoïstische reflex. Terwijl de pandemie aantoont dat grenzen er niet toe doen. Het is niet zinnig om in een wereldwijde pandemie voorop te willen lopen als land, dat is niet constructief.’
Hoe groot is de kans dat Rachel over een paar maanden in het vliegtuig stapt naar Afrika? Ze laat een stilte vallen. Dan: ‘Het is een moeilijke vraag, het blijft wel trekken. Als er een grote opvlamming van een nieuwe variant komt zie ik het gebeuren. Ik kan daar iets doen met mijn kennis.’