Door naar de hoofd inhoud

Crisisplan 2023 – 2026

Het algemeen bestuur stelde op 14 december 2022 het crisisplan 2023-2026 vast. In het crisisplan 2023 – 2026 is vastgelegd wie waarvoor verantwoordelijk is tijdens een crisis en hoe de informatielijnen lopen. Dit plan beschrijft de hoofdstructuur, de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van functionarissen en instanties tijdens een crisis.

Het bestuur van de veiligheidsregio stelt ten minste eenmaal in de vier jaar een crisisplan vast waarin in ieder geval de organisatie, de verantwoordelijkheden, de taken en bevoegdheden in het kader van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing worden beschreven (art.16 lid 1 Wvr). Het vorige crisisplan 2020-2023 is in 2019 vastgesteld. Om het nieuwe crisisplan gelijk op te laten lopen met de beleidscyclus van de strategische beleidsagenda 2023- 2026 is de vaststelling ervan een jaar vervroegd.

Wat zijn de grootste veranderingen?

Dit crisisplan is qua uitgangspunten volledig gebaseerd op het crisisplan 2020 – 2023. Het flexibel formeren van de crisisorganisatie op basis van de situatie voldoet aan een behoefte en sluit aan op de huidige crises. Dit uitgangspunt heeft er ook voor gezorgd dat de crisisorganisatie zowel acute als niet acute situaties aan kan. Daarnaast geeft dit uitgangpunt de operationele eenheden de ruimte hun vakinhoudelijke kwaliteiten te benutten en de bestuurlijke vraagstukken op de juiste tafel te brengen.

Inhoudelijk zijn er twee aanpassingen, vanwege het samenvoegen van de meldkamers in Oost 5 verband:

  • het gelijktrekken van de toestemming aan functionarissen om een GRIP-niveau te mogen afkondigen;
  • het gelijktrekken van de functienamen van de kolommen bevolkingszorg en crisiscommunicatie.

We monitoren de komende tijd de ontwikkelingen zoals beschreven in de beleidsagenda én de komst van een aangepaste Wet veiligheidsregio’s. Zo bewaken we of die ontwikkelingen om een aanpassing van het crisisplan vragen. Indien nodig, doen we dat uiteraard eerder dan het einde van de komende beleidsperiode.

Basiselementen van de crisisorganisatie

De organisatie heeft tien basiselementen:  

  • De crisisorganisatie is inzetbaar voor acute en niet-acute situaties: incidenten, rampen en crises die niet via de reguliere processen kunnen worden opgepakt.  Voor acute situaties is GRIP het uitgangspunt. Bij een niet acute situatie starten we vanuit dezelfde basis als tijdens een acute situatie.
  • Een incident, ramp of crisis bepaalt de structuur en daarmee de samenstelling van de teams en de wijze waarop er wordt samengewerkt.
  • De taken binnen de crisisorganisatie zijn belegd bij de volgende teams:
    • Bronbestrijding en operationele effecten: het Commando Plaats Incident (CoPI) (operationeel).
    • Ondersteuning, analyse en advies: het Regionaal Operationeel Team (ROT). (operationeel en bestuurlijk)
    • Ondersteuning en advies van de burgemeester op bestuurlijk niveau: het Gemeentelijk Beleidsteam (GBT). (bestuurlijk)
    • Ondersteuning en advies van de Voorzitter Veiligheidsregio op bestuurlijk niveau: het Regionaal Beleidsteam (RBT). (bestuurlijk meer dan één gemeente)
  • Crisisteams zijn zo compact als mogelijk en zo groot als nodig. De crisisteams starten daarom in basis compact, om de slagvaardigheid te bevorderen. Als de situatie hierom vraagt worden deze teams aangevuld met de expertise die nodig is.
  • De besluitvorming is zo laag mogelijk in de organisatie belegd. De operationele verantwoordelijkheid is belegd bij de operationeel leider.
  • De verbinding tussen operatie en bestuur vindt altijd plaats via de gouden lijn.
  • Het bestuur richt zich op de bestuurlijke dilemma’s. Via de gouden lijn wordt het bestuur snel en continu geïnformeerd en geadviseerd.
  • De crisisorganisatie is verantwoordelijk voor een goede overdracht naar de staande organisatie van een gemeente/partner ten behoeve van de nafase. Indien gewenst kan de crisisorganisatie ook op aangeven van die gemeente en/of partner ondersteuning bieden tijdens de nafase.
  • Het Veiligheidsinformatiecentrum (VIC) ondersteunt het informatie- en communicatieproces voorafgaand, tijdens en na  het incident, ramp of crisis.
  • Vertrouwen op vakmanschap en professionaliteit is de basis: regels, procedures en plannen zijn daaraan ondersteunend. Crisisfunctionarissen werken voortdurend aan hun ontwikkeling, zijn bevlogen, scherp en tonen lef.